vrijdag 8 juni 2012

"Hoe laat is het?"

Het is tijd om deze blog af te sluiten.
Het waren weken van verwachting, avontuur en ontdekking, en die zijn voorbij. We zijn op de terugweg, in een andere sfeer. Daar gaan we ook wel over schrijven, op annakoosjeterugnaarhuis.blogspot.com, maar het wordt anders.
Lieve lezers - sayonara, au revoir, goodbye, ciao, tchüss; het was goed met u te verkeren!

Afsluiting

SULINA, SULINA, SULINA........

En dan ben je er ineens. De laatste 20 zeemijlen erheen waren emotioneel, we werden ook allebei stiller en stiller. Dit was nu waar we vanaf vorig jaar october mee bezig zijn geweest. De vele keren naar de werf. De aanpassingen om het Rijncertificaat te krijgen en de aanpassingen die we zelf wilden. En nu zijn we er dan. Dat is een ware ontlading van gevoel. En ook zijn we enorm onder de indruk van de Donau en ook van ons zelf. We hebben het toch maar gedaan. Tegelijkertijd weten we dat de echte uitdaging er nog aankomt. Anna Koosje veilig terug brengen naar Rotterdam. Dat gaat voorlopig alleen maar tegen de stroom in. Onze Scania moet echt werken en laten zien wat op de Rijn reeds aardig lukte. Dan is zo'n terugreis ook niet meer van hetzelfde. De rivier ziet er van de andere kant anders uit en het blijft oppassen. Met nieuwe opstappers en natuurlijk reeds ervaren opstappers hopen we nog voor eind october weer terug te zijn. Na de thuiskomst, 16 juni a.s. zal er aan uitnodigingen gewerkt worden. We hebben nog een week te gaan. Ik kijk reikhalzend uit naar "..mijn meisje..." (zoals onze Rijnschipper Jan Vlietstra pleegde te zeggen) uit Prinsenbeek. En ik weet ook dat ik de Anna Koosje en het leven aan boord dan weer zal missen. Het eerste deel van een grootse reis wordt nu afgesloten. 

Ik bedank Johan die dit alles heeft mogelijk gemaakt en al die opstappers, die ieder op hun wijze hebben bijgedragen en die deze reis ook hebben mogelijk gemaakt. Deze reis laat bij iedereen onuitwisbare indrukken achter. Dat is mooi.
Dat is pas echt een mooi avontuur.

Rob

Van Heleen en Marijke: Wij waren erbij!

Donderdag 7 juni 2012 - waarom is deze dag anders dan andere dagen? Wat is de reden van de onderhuidse en bovenhuidse spanning? 

Wat maakt dat schippers en bemanning reikhalzend uitkijken over de Donaudelta, de blik gericht op de einder? 
Waarom wordt de naam van de Anna Koosje met nog meer liefde en ontzag genoemd in onze gesprekken?
Dat is omdat de schippers Johan en Rob samen met haar het eindpunt van hun Donaureis bereiken: de Zwarte Zee!!
Vanaf het zonovergoten dek mogen wij, de bemanning, meemaken hoe Rob op zijn rustige en professionele manier om 13.00 uur de Anna Koosje aanlegt bij kilometer nul in Sulina, en hoe Johan op zijn rustige en professionele manier de havenpolitie te woord staat. De taken zijn woordeloos verdeeld. Zij vormen het team dat tien weken lang  de nieuwe bemanningsleden heeft ontvangen, ze wegwijs heeft gemaakt in en op het schip en ze vervolgens weer heeft uitgezwaaid. Zij hebben hun ervaringen met anderen willen delen en daar zijn we ze dankbaar voor.
Toen wij aanmonsterden voor deze reis wisten we niet waar we aan en van boord zouden stappen en wat we zouden meemaken. Nu we het geluk hadden dit ultieme moment mee te maken, willen we ook anderen daarvan deelgenoot maken.

Nadat wij met de schippers en de andere bemanningsleden Pieter en Nina hadden gedronken op de veilige aankomst van dit bijzondere schip en haar schippers aan de Zwarte Zee, werd de laatste champagne uitgegoten over de ankers van de Anna Koosje. Mooi gebaar en typerend voor de manier waarop schip en schippers met elkaar verbonden zijn.

Marijke Terpstra en Heleen Keijzer

Sulina and beyond

Volgens de verhalen was Sulina vroeger een kleine maar kosmopolitische stad, met de charme van een flaneerboulevard, restaurants, terrassen en parasols. Een soort klein Genève, want het was de zetel van de Internationale Donaucommissie, een supranationale bestuurs- en beheersorganisatie waarin de elf Donaulanden en vier waarnemers probeerden (en nog steeds) het eens te blijven. Dat gaat niet alleen over betonning en vaargeuldiepte, want er zitten ook diplomatieke en politieke kanten aan het overleg. Zie hoe moeizaam het soms is wanneer twee landen, België en Nederland, het eens moeten worden over de Westerschelde, en bedenk dan hoe het gaat wanneer er elf aan tafel zitten. De Donaucommissie bracht Sulina dus veel mensen, vertier, en geld.


Dat hield op in 1954, toen de zetel werd verplaatst naar Boedapest. Sulina viel in een diepe Doornroosjeslaap, een prins is niet in zicht, en het is nu niet meer dan een stadje met een herinnering aan een historie.



Maar wel, nog steeds, met de nulkilometerpaal van de Donau, ook al staat die niet meer aan de monding. Door aanslibbing is het land alweer een paar kilometer aangegroeid, de vuurtoren van ooit staat op het land vervallen te wezen, en pas na een kilometer of acht kom je uit op de Zwarte Zee.

Zo kwamen we dus waar we al die tijd al wezen wilden, de vervulling van een wensdroom die eigenlijk al was begonnen bij de aanschaf van de Anna Koosje. 
Ik heb wel eens gehoord dat mensen die de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela hebben gemaakt, niet willen dat het ophoudt. Dan kun je nog door naar Finisterra. Als je daar oog in oog hebt gestaan met de oneindige oceaan, ben je klaar om je om te draaien en terug te gaan.
Uiterton



Ook onze reis had zijn Finisterra. Tussen de pieren door naar buiten, naar de buitenste uiterton, en oog in oog staan met de oneindigheid die tegelijk ook niets is. 
Wat gebeurt er met je als als je bereikt hebt wat je nastreefde?
Ik belde natuurlijk naar huis om te vertellen dat we er waren, en zei iets over Sulina als de magneet die ons heel lang naar zich toe getrokken had. Die magneet trekt niet meer, dus wat nu?




Finisterra








Gelukkig werd mij in herinnering gebracht wat ik wel wist maar waar ik eventjes niet aan dacht. De nieuwe magneet is er al, en hij ligt in Doorn!
Het was een ongelooflijke reis, een lifetime event. We hebben alles mee gehad, het heeft ons zeer verrijkt. De reis, de landschappen, de steden, de rijke, geschakeerde geschiedenis van dit prachtige, wrede en krankzinnige werelddeel dat het onze is. En dit alles samen beleven met vrienden en dierbaren die, elk vanuit hun eigen achtergrond en perspectief, een bijdrage leverden aan de verwondering. En die hun liefde betuigden voor dit heerlijke schip.


donderdag 7 juni 2012

Van delta naar delta

Denkend aan Tulcea zie ik brede rivieren
Traag door oneindig laagland gaan...

 Tulcea ligt midden in de Donaudelta. We zijn bijna op het verste punt maar het ziet eruit als thuis. Dijken, beschoeiing, koeien, huisjes met rieten daken. De Rijndelta en de Donaudelta, het zijn twee uiteinden van de Europese landmassa die we in tien weken zijn overgestoken. 500 kilometer Rijn380 Main, Main-Donaukanaal 170, en Donau 2400. Bij elkaar 3450 kilometer. De Europese waterscheiding ligt op kilometer 102 in het kanaal, dus ongeveer 1000 kilometer van de Noordzee af. Het andere deel, ruim twee keer zoveel, is Donaustroomgebied, en daarvan bereiken we nu het eind.



Het plaatst me oog in oog met mijn vertekende beeld van Europa en onze plek daarin. In Nederland zitten wij aan de westelijke buitenrand, wij kijken tegen de continentale bergrug met zijn waterscheiding aan en denken dat het daar ophoudt. En als we het al anders denken, dan voelen we het niet. Het gebeurt immers allemaal aan de westelijke kant, die van Brussel, Parijs, Londen, Frankfurt?
Vanaf de Donaudelta kijken wij nu vanuit het oosten tegen de bergrug aan, geïmponeerd, al is het alleen maar omdat we er over een paar maanden weer overheen moeten, en wij zijn onder de indruk van hoe groot, wijds en uitgestrekt oostelijk Europa is.
Natuurlijk is het een gebied met veel armoede en achterstand. Tegelijk, wat een enorm areaal aan vruchtbare grond ligt hier. De brede band van löss, een metersdiepe laag van zwarte aarde waarvan wij in Zuid-Limburg het laatste puntje hebben, strekt zich uit tot in de Oekraïne. In de 19e eeuw was dit een van de graanschuren van Europa, en dat zou het weer kunnen worden. 
Als het onontgonnen gebied was, zouden landverhuizers en kolonisten hier zo een Europese Nieuwe Wereld kunnen bouwen. Maar maagdelijk gebied is het niet, integendeel, het heeft een lange en tragische geschiedenis van wanbestuur en plundering. Ook landverhuizers hebben er zelden goede ervaringen opgedaan. Zie de deportaties van Zwaben uit het Banaat, Saksen uit Transsylvanië, en weer andere Duitsers uit Bessarabië. 
Bessarabië? Ja, het gebied dat tegenwoordig bijna helemaal in het vreemde staatje Moldava ligt. De tsaren troffen er moerasland aan, en voor de ontginning daarvan lokten ze er Zuid-Duitsers naartoe. Op de heenreis stierf negentig procent; de "terugreis" werd onder de vlag van Heim ins Reich in 1939 bepaald door het Molotov-Ribbentrop verdrag.
En dan hebben we het nog helemaal niet over de Joden, die telkens weer ergens anders heen gejaagd werden waar ze noodgedwongen een bestaan moesten opbouwen. De shtetl is niet uit keuze, laat staan luxe of overvloed ontstaan. En meer dan alle anderen hebben zij de prijs van rancune en haat betaald.
Dit is geen gebied van ambitie, kansen pakken, en het optimisme waarmee de Verenigde Staten zich op de wereldkaart hebben gezet. Er zit veel leed, dood, rancune en de sfeer van onbetaalde rekeningen in de grond. Het gaat heel veel vergen om dat tij te keren. 
En ik besef hoe bevoorrecht wij zijn in de delta aan de andere kant van Europa.



"Vermoeide rivier"

"Hinter Hîrsova nimmt die Donaulandschaft bereits Deltacharakter an. Der Fluss ist müde geworden und fließt nur noch mit geringer Geschwindigkeit in Richtung Meer. Er weitet sich an manchen Stellen so weit aus, dass man glaubt, über einen großen See zu fahren"
Dit komt uit de Donaugids van Melanie Haselhorst en Kenneth Dittmann, die ons al sinds Kelheim informeert over stroom, landschap, bezienswaardigheden, aanlegplekken en eetgelegenheden. De tekst is informatief en soms heerlijk van stijl. Zoals dit, van die vermoeid geworden stroom. Vermoeid, je zou ook wel na zoveel duizend kilometer!
We zijn nog vijftig mijl van de Zwarte Zee af. Mijl? Ja, zeemijl. Sinds Galaţi, de grootste Donauhaven van Roemenië, worden de afstanden in mijlen gerekend. Zeeschepen kunnen hier komen. Al zijn er heel weinig die het doen; we zijn al heel wat gewend aan lege kades en bewegingsloze kranen, maar hier was het echt heel stil. Voor Galaţi en de Roemenen hopen we dat het een momentopname was. 
De rivierpolitie kwam nog even langszij, we hadden de wrijfhouten al buiten hangen maar ze wilden alleen maar zeggen dat we ons over de marifoon even bij de Capitania moesten melden met herkomst en bestemming. Sulina? No problem!
We hadden toen al een tijdje aan twee kanten Roemenië gehad, en stonden op het punt weer "naar buiten" te gaan: aan bakboord eerst een halve kilometer Moldava, vervolgens Oekraïne met de rivierhaven Reni, en straks, als we de Sulina-arm ingaan, is het weer tweezijdig Roemenië.
We gaan dan de echte Donaudelta in. Nogmaals Haselhorst en Dittmann: het is met 5800 vierkante kilometer het grootste wetlandsgebied van Europa. Dat is groter dan de hele provincie Noord-Brabant, en ruim zeshonderd(!) keer zo groot als de Biesbosch. Het is een gebied van eeuwig veranderende kreken en platen, doorsneden door een paar grotere rivierarmen die kunstmatig op diepte worden gehouden. Zoals de Sulina-arm, waar wij straks in gaan. 
De Donau voert jaarlijks 50 miljoen ton slib aan, dat aan de bovenkant van Europa wordt weggeslepen en beneden wordt afgezet. Dat zou genoeg zijn om in een paar duizend jaar de hele westelijke Zwarte Zee van de delta tot aan de Krim op te vullen, behalve dat er regelmatig een flinke storm langskomt om het sediment naar diepere lagen te brengen. De zee is tot 2 kilometer diep, dus dat kan nog even doorgaan.



woensdag 6 juni 2012

Bijna haast

De Anna Koosje nadert nu echt de Zwarte Zee. Het aftellen van dagen voor de terugvlucht van de schippers is begonnen. Hoewel de ligplaats voor de zomer is geregeld is er nu toch een gevoel van bijna haast ontstaan. 
Opstappen en afstappen klinkt gemakkelijker dan het is. Op het schip bevinden we ons op Nederlands grondgebied, elke keer dat we aan wal gaan moeten we dus douaneformaliteiten afhandelen. Dat kan alleen tijdens kantooruren. Er zijn hier niet veel plaatsen meer waar taxi's of treinen komen. De puzzel leggen met de route, de vaarsnelheid, de vertrekkende en aankomende vluchten, leidt tot herhaald raadplegen van de waterkaart en de wegenkaart, de conclusie is: 
1. We zien wel; 
2. Het komt wel goed; 
3. Laten we maar bijtijds opstaan. 
Hoe verloopt een dag aan boord? We zijn nu met 6 opvarenden, voor de douane: all crew. In tegenstelling tot vracht of betalende passagiers. Zoals bij alle vakantiehuisjes of kampeersituaties, 's ochtends moet iedereen aangekleed en getandenpoetst, bedden opgeklapt en ondertussen klaarmaken voor vertrek: motor starten, bijbootje aan boord hijsen, anker lichten. We ontbijten aan tafel met geperste sinaasappels. Iedereen levert bijdragen aan opruimen, voor eten zorgen en andere voorkomende klusjes. 
De schippers betrachten daarbij flexibiliteit, zij hebben elke week nieuw gezelschap aan boord, en je moet even leren hoe de dekstoeltjes opklappen, in welke bekers de koffie moet en waar de marmelade moet worden opgeborgen.  
De schippers hebben een andere invalshoek dan de passagiers: zij maken een reis van drie maanden, die daarvoor maanden intensief is voorbereid. De passagiers maken reisjes van een of twee weken en voelen geen zorgen over technische vraagstukken zoals de accu's of de dieselvoorraad. 
Het uitzicht kent kleine verschillen, de wilgen en populieren aan de kant zijn er steeds. We letten op de scheepvaart, vrachtschepen (duwbakken) met zand, grind, steenkool, olie en soms een roeiboot met vissende mannen. Pleziervaart is er niet. Soms is er een plaatsje, een fabriek of een baggerschip. Soms paarden, koeien of vogels (oeverzwaluwen, ganzen, pelikanen). Ook wolken, de wind, de maan, het onweer. 
De crew pakt taakjes op, (zonweringsdoek op de luiken, of er af; het dek sproeien met de tuinslang: de airconditioning; koffie maken en natuurlijk het belangrijkste: sturen, kaartlezen, en afstemmen met ander verkeer. Daarnaast lezen, in de zon zitten en gesprekjes. Het ritme: ontbijt, koffie, lunch, borrel, eten, sluit aan bij het vaarschema. Vandaag bij wat bewolkter weer, zelfs stofzuigen, voorraadladen opruimen, jam, spaghetti en blikjes tonijn, genoeg voor de gehele terugreis.