dinsdag 5 juni 2012

Rousse, tussen tragedie en hoop

Rousse is de op een na grootste plaats in Bulgarije, na de hoofdstad Sofia. De stad ligt aan de Donau en staat ook met zijn gezicht naar de rivier. Dat is in deze streken uitzonderlijk. In Rousse gaat ook de enige brugverbinding tussen Bulgarije en Roemenië over de Donau, terwijl die landen toch over honderden kilometers aan elkaar grenzen. 
Rousse getuigt van veel vergane glorie en misschien een beetje hoop. Er staan prachtige gebouwen, voor een groot deel vroegere privévilla's, allemaal eind achttiende eeuw, die getuigen dat hier ooit een welvarende middenklasse was met een bloeiende economie. Het is de sfeer van de Buddenbrooks in Lübeck, van voorname families en hun ondernemingen, met handelscontacten, een cultureel leven en traditie. Het is allemaal in scherven gevallen of geslagen door een halve eeuw communistisch wanbeheer, dat de samenleving probeerde te persen in het keurslijf van de ideologie. 
Het keurslijf is weg, maar heeft het slachtoffer nog de fut om weer te bewegen, te ademen? Als hij om zich heen kijkt is het verval zo nadrukkelijk, zo schrijnend, en zijn kracht is zo gering. De bladderende neo-klassieke gevels met roestend hekwerk, een schouwburg die je kunt restaureren maar wie heeft er geld om er te komen, een oudheidkundig museum, maar wat is er om te tonen? Zo veel te doen, en zo weinig om het mee te doen. Waar haal je de esprit vandaan, als het ondernemende deel van de jeugd wegvlucht om elders een bestaan op te bouwen en de rest zonder werk zit? Waar moeten de middelen vandaan komen, de cash flow om het in ondernemingstermen te zeggen, wat hebben ze te bieden waar een ander geld voor over heeft?
En tòch, toch zijn er hier en daar knoppen te zien op het dorre hout. Er zit nog leven in, je weet niet waar het vandaan komt maar het is er. Het centrale plein ziet er mooier uit dan het was onder de communisten, hier en daar zie je tekenen van zorg en aandacht, een paar eerste dingetjes om trots op te zijn.

Anna Palace
Diner op het terras...
... met Donau-uitzicht
Wij zochten een eetadres maar dat had door grensformaliteiten wat vertraging opgelopen. Zo kwamen we redelijk laat terecht in het restaurant van hotel Anna Palace - daar konden we niet aan voorbijlopen, toch? We hebben daar op het terras goed en lekker gegeten, natuurlijk zonder de talloze amuses en frutsels die er bij ons verplicht bij zijn gaan horen, en dat is nog wel een opluchting ook. Vier personen, drie gangen, bier vooraf en fles wijn erbij. De rekening was alles bijelkaar vijftig euro. Aan de ene kant om je te schamen, en toch, als ze hiermee de inkoop, het gebouw en het personeel kunnen betalen, bravo! Daarbij is de gedienstige, bijna altijd verontschuldigende toewijding van het personeel bijna vertederend en op het schrijnende af. Hier zijn wij, een stuk of wat afgebladderde bootstypes met geld op zak, en we worden behandeld als cosmopolitische royalty!

Veel om over na te denken, over hen en over ons.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.