donderdag 12 april 2012

De bek vol

Vanmorgen vroeg kriekte de dageraad weer, en we hebben het meegemaakt. Ik heb me als taal- en woordenmens al vaak afgevraagd, zonder urgentie natuurlijk want wat maakt het ook uit, waar dat krieken vandaan komt. Het suggereert een geluid dat op die tijd te horen zou zijn, maar waar moet het vandaan komen? Een krekel, zou ik zeggen, maar die doet het niet. Of vogels, maar die tsjilpen. Deze ochtend bracht verlichting toen ik dacht aan het Engelse begrip the crack of dawn, het openbreken van de dag. Even ter bevestiging opgezocht op etymologiebank.nl. Mis: krieken is een piepend geluid maken. Ik ga maar koffie zetten...

We vertrokken uit Koblenz, en moesten zo vroeg weg omdat we, in de woorden van Jan, "het gebergte in gaan". Veel mensen denken dan aan een wandeltocht met een rugzak en een stok in de hand, maar in de Rijnvaart betekent het dat we een stuk krijgen met veel verval, snelle stroom tegen, en smalle doorgangen. Langs de Loreley onder andere, en Boppard, bekend van de Rijnreisjes van vroeger die nu cruises heten. Niet veel kilometers, wel veel tijd.
"Het gebergte in gaan" doet mij ook denken aan wat de zeven dwergen deden terwijl Sneeuwwitje zorgde voor het huishouden. Die gingen met hun pikhouweeltjes de bergen in, heet het in het Nederlands. Jawel, sie gingen in die Berge, maar dat betekent dat het mijnwerkertjes waren. Mijnbouw is in het Duits Bergbau. Als je in de bergen woont, hoef je voor metaalwinning ook niet omlaag, je kunt ook horizontaal verborgen lagen ontginnen. Maar wij trekken met een schip het gebergte in...

Koblenz is bekend van das Deutsche Eck, waar de Moezel de Rijn in stroomt. Wij lagen aan de Moezelkant, langszij een merkwaardig schip, Hollandse vlag, dat er op het eerste gezicht uitzag als het spookhuis op een gemiddelde kermis. Imitatie Middeleeuws met kantelen en gargouilles, en een mevrouw die deed denken aan de heks van Hans en Grietje. 
Opnieuw een kindersprookje - mijn culturele en literaire referentiekader begint wel bedenkelijk laag te worden... 
De mevrouw was erg zenuwachtig dat we langszij kwamen - wij moesten unbedingt een lange lijn naar de wal uitbrengen. Toen we later aan de praat raakten, bleek dat de vorige nacht een 110 meter lang binnenvaartschip langszij was gekomen en in de sterke Moezelstroom aan hun landvast was gaan hangen. "Touwtje" zegt Jan trouwens de hele tijd - hebben we eindelijk als waterrecreanten geleerd dat dat niet hoort, moeten we het weer afleren. Maar dat touw was dus gebroken, zodat ze midden in de nacht los op stroom lagen. Maar toen de kasteelheer-schipper aan boord kwam was het goed. De Anna Koosje is tenslotte maar dertig meter lang. 
Heeft er trouwens wel eens iemand gedacht aan Anna lief-Koosje?
Jan en de route
Bij het uitvaren van de Moezel moesten we van Jan de bek vol nemen. Dat betekende niet dat we flink moesten ontbijten, maar dat we, voordat we in de stroming van de Rijn zouden komen, het schip alvast bijna dwars in de Moezel moesten leggen - en dus in de vaarrichting op de Rijn. Anders wordt je kop stroomafwaarts gesleurd terwijl je van achteren niet kunt bijsturen, en dan kom je in Rotterdam terecht in plaats van Odessa. Allemaal praktijkkennis. Het is achteraf zo logisch, maar je kunt het beter van iemand met ervaring leren dan door schade en schande.

Ook zoiets: naar het binnenland toe varend hou je altijd de rode tonnen aan bakboord, de groene aan stuurboord. Kwamen we ineens een plek tegen waar ze omgekeerd lagen. Rara. Die zijn niet bedoeld om er tussendoor te varen; het is de manier om aan te geven dat er een soort eiland onder water ligt. Het vaarwater splitst zich, en tussen de tonnen ligt als het ware een stuk middenberm.

De technische dienst heeft met succes een nieuwe ruitenwisser met een parallel bewegend blad gemonteerd. Wie denkt, zoals ik tot gisteren, dat dat een kleinigheid is, vergist zich. Zeker als je het zo geregeld wilt hebben dat het ding na uitschakelen niet midden voor je snuffert blijft zitten maar netjes naar de kant gaat, zijn er eindeloos veel manieren om hem verkeerd aan te sluiten. Maar we hebben veel technisch denk- en uitvoeringsvermogen aan boord! Overigens maakten we weer mee wat we al vaker hebben ervaren - iets dat je aan boord nodig hebt, zorgt ervoor dat je veel gerichter een stad of dorp bezoekt. In Den Briel hebben we zo ooit een stuk of wat bruine bakelieten opbouwschakelaartjes anno 1931 gevonden, ter vervanging van lelijke witte anno 1970. Ook in Koblenz weten we intussen precies waar ze welke ruitenwisserschakelaartjes hebben. Daar waren we zo tevreden mee dat we de avond de bek vol genomen hebben met schnitzels in een plaatselijke restaurant met de naam Einstein. Zeer toepasselijk in het licht van onze ruitenwissermotorgenieën!

Ik kan hier eindeloos veel plaatjes bij stoppen van idyllische Rijnoeverpanorama's maar dat houdt niet op. Als je één Middeleeuws kasteel hoog op de berg gemist hebt, komt er geheid na een kilometer weer een volgende. Het geeft je niet de indruk dat er in die tijd veel gedaan werd aan goede burencontacten. De gewoonte hoog op de berg te willen wonen, is zo te zien na de uitvinding van het artilleriegeschut wel uit zwang geraakt. De latere generatie voorname huizen zijn patriciersvilla's, die juist op mooie plekken laag aan de oever zijn gebouwd.






 




Het verraste ons hoe weinig scheepvaartverkeer er de hele tijd al op de Rijn is. De eerste dagen schreven we dat toe aan Pasen, dat daarom misschien veel schippers en schepen een vrij weekend hadden. De laders en lossers waren er immers ook niet. Maar het is nog steeds erg rustig. Wij zien Jan met een collegiaal-bezorgde blik kijken naar dat lege water, maar misschien toch ook met een opluchting dat hij niet meer van de vrachtconjunctuur afhankelijk is. 
Wèl veel vervoer is er aan weerskanten van het water, op de oevers, met eindeloos veel lange goederentreinen. En dan niet alleen bulkcontainers, nee ook veel Huckepack of piggyback vervoer, met opleggers op platte wagons. Die zijn ergens door een truck aangeleverd en worden elders weer opgehaald. Railvervoer kan dus kennelijk concurreren met de weg. Het is om treurig van te worden, dat wij dat nog steeds niet in orde hebben. Betuwelijn, let op uw saeck! 

Aankomst in Bingen. Er is alweer een technisch project in uitvoering, het monteren van ons Donauzwaailicht. Op de Rijn en wijde omgeving is het signaal dat je bakboord-bakboord wilt passeren, dus verkeerd-om ten opzichte van rechts houden, een blauw bord met een bescheiden knipperlicht. Op de Donau doen ze niet aan blauw bord maar hebben ze een veel feller licht. Het originele ding kost 700 euro, maar volgens onze vertrouwde scheepsartikelenleverancier Markus deed vrijwel iedereen het tot voor kort met dit zwaailicht. 90 euro, van het verschil kunnen we weer een keer de bek vol nemen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.