zondag 8 april 2012

Ondergedoken met Pasen

Komende vrijdag de dertiende is het honderd jaar geleden dat de Titanic is vergaan, vertelde een bezorgde uitzwaaier ons vorige week, en plotseling is de Anna Koosje weggvallen op www.marinetraffic.com. De brand in het Vodafone systeem hielp ook al niet om in contact te blijven. En zo bereikte ons al de bange vraag of wij van de aardbodem waren verdwenen, en zo ja of wij dan toch wel de Paasgedachte zouden willen respecteren door ook weer boven water te komen. Wij doen ons best.


Pas gisteren hadden wij het gevoel dat wij ècht op weg waren. Vroeg vertrokken uit Arnhem, een laatste stop bij de bunkerboot van Slurink in Lobith, en hop de grens over. Laat dat nou net zo weinig voorstellen als over de weg! Geen strenge ambtenaren van het Zollamt, geen plotselinge verandering van het landschap, nee, alleen de Waal werd Rhein maar daar merkte je in het stuurhuis niks van.


Ik heb als redactielid van de Bokkepoot, het clubblad van de LVBHB, de vereniging van het historische bedrijfsvaartuig, een verslag onder handen van een tocht met de Terra Nova, een soort Anna Koosje, in april 1946, naar Basel. Het is het verhaal van een opstapper, dus veel nautische informatie staat er niet in. Des te aangrijpender zijn de verhalen over de ene kapotgebombardeerde Rijnbrug na de andere, en over de ruïnes van steden, dorpen en fabrieken aan beide oevers. Ik moet zeggen dat ik met andere ogen keek naar de eerste Duitse brug die wij in het zicht kregen, die bij Emmerich. Natuurlijk ziet die er net zo uit als iedere andere brug waar onze generatie mee is opgegroeid. Toch trof het mij als een beetje een wonder, hoewel er natuurlijk bijna zeventig jaar tussen zit, dat alle oorlogsschade is opgeruimd en er een gaaf en functionerend land staat. En niet alleen de brug van Emmerich is weer in orde, maar àlle bruggen erna! Hier en daar, zoals bij Wesel, is nog iets van de vooroorlogse brug te zien, plus de herbouw van na de oorlog, plus alweer een nieuwere van zeg maar 1990 of zo, ter vervanging de naoorlogse.



Kalkar, het complex dat ooit een snelle-kweekreactor had moeten worden om half Duitsland en Nederland van energie te voorzien, en dat uiteindelijk door bondskanselier Kohl de nek is omgedraaid nadat de technische en financiële tegenvallers zich maar bleven ophopen zonder eind in zicht. De wakkere ondernemer Hennny van der Most heeft het voor niet veel geld, of misschien juist wel veel geld maar dan tòe, overgenomen, en tot pretpark omgebouwd. Het zag er dubbel triest uit. Een complex dat geen kerncentrale mocht worden, en dat het nu als pretpark in april moest stellen met een schamel stel bussen schoolkinderen.


Wesel was de eerste haven waar wij als niet-beroepsvaart maar ook niet-plezierjacht een overnachtingsplek zochten. Dat bleek verrassend makkelijk. Jan wees ons waar we niet moesten liggen - niet te ver naar achteren want daar zit een stinkend veevoederbedrijf, en niet te ver naar voren want dan zit je in de onrust van de rivier. "Daar, naast die zondagshouders, dat is een goede plek."
- Zondagshouders?
- Ja, ken je dat niet? Schippers die zich aan de zondag houden en dan niet varen. Die gaan vandaag niet meer weg. Maar ga er nooit op zondagmiddag naast liggen, want om een minuut na middernacht word je geheid losgegooid. Ze moeten concurreren met anderen die wel doorvaren, dus ze hebben wat in te halen.


We raakten aan de praat met een van die schippers, het was immers nog zaterdag. Hij vond het lang zo leuk niet meer als vroeger. Als je toen bij elkaar lag, had je het gezellig, met een praatje en een spelletje voetbal op de kant. "Nu hebben ze allemaal een huis op de wal en een auto, en zijn ze het hele weekend weg."



Vandaag onze eerste dag met serieuze stroming op de rivier, vaak een kilometer of zes à zeven tegen, met zijn rare effecten op de koers van het schip. In een buitenbocht word je naar binnen gezet, zodat je als het ware krabbend over het water gaat. We kennen het van het Wad, maar op een rivier vind ik het onverwacht.




Regelmatig wijst Jan op plekken waar we wegens ondiepte wat verder uit de kant moeten blijven. "Droog stukkie", zegt hij dan. Dat betekent niet dat je het kunt zien stuiven, maar dat er een ondiepe oever is, altijd aan de binnenbocht van zo'n rivierkronkel. Je kunt het ook vaak wel aan de oever zien, die is meestal zelf heel laag en loopt traag de rivier in. Dat levert vaak erg mooie strandjes op aan de landzijde, maar aan de waterkant kun je er beter weg blijven.




En nu liggen we in de bekoorlijke marina van Neuss, te midden van talloze andere miljonairsjachten. Vanavond naar een driesterrenrestaurant en het casino.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.