vrijdag 27 april 2012

Oppenheim

Zo af en toe maak ik een reisje voor mezelf alleen. Een van de aardige dingen daarvan is dat je nooit verdwaalt: je komt alleen soms terecht op een plek die je niet zelf bedacht had. Als je in de goede stemming bent, kun je de verwondering toelaten zijn over wat je daar heeft gebracht en wat er te ontdekken valt. Als je met een medereiziger hebt vastgelegd op een bestemming, ligt dat anders. 


De verwondering overkwam ons vandaag ook. Wie had ooit gedacht dat we in Oppenheim zouden terechtkomen? We wisten niet eens dat het bestond. Op weg naar de ingang van de Main zagen we op de kaart dat de aanlegplaatsen daar niet erg aantrekkelijk waren en in Oppenheim wel. Bovendien hadden ze daar witte diesel, waar we best weer een litertje of duizend van konden gebruiken.
Oppenheim is een wijndorp, vlak naast Nierstein, dat vroeger bekend was om de zoete Rijnwijn die een eerdere generatie bij ons graag dronk. De linkeroever is volledig bedekt met wijngaarden, en dat komt doordat die dubbelop zon krijgen: een keer direct, en nog een keer extra van de reflectie in het water. Hetzelfde effect waardoor wij zelf op het water twee keer zo snel verbranden als op het land.


De tankstationbaas vertelde ons dat je bij de Grüner Baum lekker kon eten, maar die was vol, zo een spijtig handenwringende Inhaberin ons meldde. Onze ludieke suggestie om dan "diese anderen Leute herauszuschmeissen" trok zoveel aandacht dat een van die anderen Leute ons achternaliep om te vragen of hij ons de Uhrturm mocht laten zien. Een toren die speciaal was gebouwd omdat de riviervissers de kerkklok niet konden zien of horen en toch graag wilden weten hoe laat ze bij de afslag moesten zijn. Wat een verrassing weer, en wat een ongelooflijk aardige mensen!


We worden voor mijn gevoel opvallend vaak opgenomen in een circuit van gunnen en geven, van gunsten vragen en dank erkennen. We krijgen tot nu toe, in dit Duitsland dat wij stereotyperend menen te kennen als "regel is regel", bijna alles welwillend aangeboden. Je moet alleen wel netjes toestemming vragen, en vooral de mensen die erover gaan de gelegenheid geven die te verlenen. Ze vinden het fijn, vrijgevig te zijn, en wij krijgen de kans hun dat te geven. Interessante verknoping: door iets te willen ontvangen, geven wij.


Toch zijn we ondanks deze vrome woorden maar ternauwernood ontsnapt aan ontmaskering als Hollandse lomperiken. Voor de aanlegplaats die we in Oppenheim op het oog hadden, was toestemming van het Wasserschutzamt vereist. Maar het was na vieren toen we aankwamen, en bij het WSA kantoor was niemand meer te bereiken. Geen nee is ja, dachten we, want we are Dutch so we can be blunt.
Toch vanmorgen om acht uur maar even gebeld dat we gisteravond zonder toestemming waren gaan liggen. Hoe kan dat nou, was het antwoord, die plek was gereserveerd voor een groot schip. Niks gezien, zeiden wij in alle eerlijkheid, intussen denkend aan de uren die wij etend en drinkend in de stad hadden doorgebracht zonder iemand aan boord. Nou, dan is het goed, was het antwoord. Maar wel plaats maken als het alsnog komt.
Dat kwam minder dan tien minuten later. Wij weg, ligplaats vrijgemaakt en even langszij aangemeerd voor de rest van het ontbijt. 
"Sie haben Glück gehabt," zei de schipper. "Wir hätten eigentlich gestern Abend hier ankommen müssen."
Dat wisten we al. Geluk gehad, inderdaad!




Oppenheim
Op de terugweg van het diner in ons Gasthaus kwamen we nog langs een Weinschänke, das Fäßje, waar vermoedelijk iets tragisch was gebeurd. Prachtig verzorgd, mooie kunst aan de wand, maar een Wirt die de indruk maakte dat alles hem te veel was. Zelfs afrekenen kostte hem moeite.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.