dinsdag 22 mei 2012

Mohács

Mohács was de plek waar de Ottomanen onder Sultan Suleyman de Grote in 1526 het Hongaarse leger een verpletterende nederlaag toebrachten, om vervolgens gedurende 150 jaar hun heerschappij over de Balkan te vestigen. In 1529 stonden zij voor de poorten van Wenen als belagers van het Heilige Roomse Rijk van Keizer Karel V - dezelfde Karel die ook de Lage Landen in zijn portefeuille had. In onze contreien hadden we van Luther nog maar net gehoord, en aan opstand dachten we nog lang niet.
Karel was de laatste die zo'n groot rijk bezat. Het viel later uiteen in twee delen, van de Oostenrijkse en de Spaanse Habsburgers. Overigens kwam ik er laatst achter dat hij wel baas van ongeveer alles was maar eigenlijk nergens bij hoorde. Voor ons was hij "de koning van Hispanje" - nou ja, de vader van - maar in Spanje werd hij vooral gezien als een noorderling. Hij had zijn voornaamste hof in Gent.


Mohács is ook de plek waar ik in 1997 of zo aan de Hongaarse oever van de Donau heb gestaan - een Donau die door de Servisch-Kroatische oorlog van die tijd volledig gestremd was. In de verte klonk het geluid van mortiergeschut.
Het is een historisch beladen streek. 


Een paar kilometer stroomopwaarts ligt Baja, onze overnachtingsplaats van gisteren. Het is de plek vanwaar in 1921 Aartshertog Karl, de erfelijke troonsopvolger van het intussen niet meer bestaande Habsburgse Rijk, door de Engelsen werd gedeporteerd naar Madeira. Hij kreeg daar de tochtigste, koudste villa van het hele eiland en stierf een jaar later aan een longontsteking.
Wie zei er iets over perfide Albion?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.